Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Van [4]twintig jaren oud en daarboven, allen, [5]die ten heire in Israel uittrekken; die zult gij [6]tellen naar hun heiren, gij en Aaron. 4. Hebreeuws, van een zoon van twintig jaar; alzo dikwijls in dit hoofdstuk. 5. Dat is, allen die in tijd van oorlog gebruikt werden om de wapens te voeren en bekwaam waren om tegen de vijanden ten strijde uit te trekken. En derhalve werden uitgenomen die door ziekte of zwaren ouderdom hiertoe onbekwaam waren; alzo onder dikwijls. Zie deze manier van spreken ook Deut.24:5; 2 Kron.26:11. 6. Het Hebreeuwse woord betekent niet alleen tellen, maar ook op de getelden acht en toezicht nemen, hetwelk wij bij ons noemen monsteren.